Spreektaal op terras vaker Engels: ‘Can I have a vaasje?’

08-09-2023

De spreektaal op het terras is steeds vaker Engels. Dat zorgt soms voor komische situaties, want hoe bestel je een uitsmijter? Of een koffie verkeerd? FNV Horeca maakt zich zorgen. ,,Niet iedereen in Nederland spreekt Engels.”

Engelstalige obers en serveersters zijn niet nieuw. Op zeer toeristische plekken, zoals in de Amsterdamse binnenstad of langs de kust, waren ze al langer te vinden. Maar nu verschijnen ze ook steeds meer op terrassen elders in het land.

,,Can I have a vaasje?” De Litouwse serveerster Urte Raciunaite had werkelijk geen idee toen een klant hier de eerste keer naar vroeg op het terras van het Rotterdamse Proeflokaal Reijngoud. Navraag bij een collega gaf al snel duidelijkheid; het is dus gewoon een groot glas bier.

En zo zijn er wel meer van die typisch Hollandse uitdrukkingen waar een Engelstalige in de bediening even aan moet wennen. Een portie bitterballen? Urte had er nog nooit van gehoord. Maar de Litouwse leert snel; ze weet nu precies wat haar gasten willen.

Dat Urte geen woord Nederlands spreekt, was voor haarzelf geen enkele belemmering te solliciteren in de horeca, waar ze toch vooral met Nederlandse klanten moet praten. ,,Heel eerlijk? Ik studeerde hier en had gewoon een baantje nodig om mijn huur te kunnen betalen.” Maar het pakt volgens haar heel goed uit. Klanten zijn vooral nieuwsgierig naar waar ze vandaan komt en waarom ze hier is, is haar ervaring. ,,Het levert soms hele leuke gesprekken op.”

‘Niet iedereen spreekt Engels’

Vooral in de Randstad gaat het snel, ziet bestuurder Erwin Vlek van FNV Horeca. Hij maakt zich daar grote zorgen over, want de gastvrijheid staat onder druk. Nederlandse gasten moeten zich thuis kunnen blijven voelen op het terras en gewoon bitterballen kunnen bestellen in plaats van ‘bitter balls’. ,,Niet iedereen spreekt vloeiend Engels in Nederland.”

Maar ook achter de schermen op de werkvloer rommelt het, weet hij. ,,Er zijn nu Nederlandse werknemers die zich een vreemdeling voelen op hun werkplek, omdat er in de bedrijfsvoering wordt overgeschakeld op het Engels. Dat kan tot gevolg hebben, dat ook deze mensen vertrekken. Zo wordt het personeelsprobleem alleen nog maar groter.” De vakbond hamert daarom op het stimuleren van Nederlands taalonderwijs bij buitenlandse medewerkers.

Funest voor de Nederlandse taal

De verengelsing op het terras is niet alleen een zorgelijke ontwikkeling voor de horeca, maar ook funest voor het voortbestaan van de Nederlandse taal. Die komt zo steeds meer in de verdrukking en dat is jammer, vindt taalkundige Wim Daniëls. ,,Ik kreeg laatst een brief van een dame die in Amsterdam uit een zaak was gezet omdat ze weigerde in het Engels een bestelling te plaatsen. Zover gaat het kennelijk al, maar het verbaast mij ook weer niet. Deze ontwikkeling hangt samen met onze mobiliteit. Iedereen gaat maar de hele wereld over. Als een taal ergens niet tegen kan, dan is het wel dat mensen overal gaan wonen. Dialecten zijn mede om die reden al bijna uitgestorven.”

Gastheer Patrick van Rooij werkt al dertig jaar in de horeca en zag het gebeuren. ,,Vijftien jaar geleden was Rotterdam nog gewoon Rotterdam. Er werd haast geen woord Engels gesproken. Maar de stad heeft meer internationale allure gekregen. Er komen nu veel meer toeristen. Dat zie je terug in de horeca.”

‘Taalbarrière geen probleem’

Van Rooij schat dat 30 procent van zijn collega’s bij restaurant Gusto uit het buitenland komt. Hun kennis van het Nederlands komt niet veel verder dan ‘goedenavond’ of ‘eet smakelijk’. ,,Maar die taalbarrière is hier eigenlijk nooit een probleem. We hebben veel internationale gasten die ook geen Nederlands spreken.”

In Proeflokaal Reijngoud waren Engelstalige medewerkers in de bediening wel lange tijd ‘een ding’. De kroeg-eigenaar wilde er eigenlijk niet aan en dat ging goed totdat de coronacrisis uitbrak. Door de gedwongen corona-sluitingen zijn veel Nederlandse horecamedewerkers wat anders gaan doen. Mensen die achter de bar willen staan zijn nu een stuk moeilijker te vinden.

En zo ging het Proeflokaal toch overstag om gasten te kunnen blijven bedienen. Barman Casper begroette de afgelopen maanden zeven Engelstalige collega’s. Niet iedere gast was daar even blij mee, weet hij. Die vonden het bijvoorbeeld niet normaal dat ze in een Rotterdamse kroeg Engels moesten praten om iets te kunnen bestellen. ,,Dat gevoel snap ik. Maar het alternatief is dat ze anders helemaal niet geholpen zouden worden of te lang moeten wachten op hun bestelling”, zegt Casper.

Het proeflokaal is zeker niet de enige zaak die het Engelstalig personeel ziet toenemen. Ook de Rotterdamse horeca-uitbater Herman Hell merkt het. Hij heeft inmiddels dertien zaken en zeshonderd man personeel. Van hen komt 5 tot 10 procent uit het buitenland, schat hij. ,,Ik denk ook niet dat het nog verdwijnt. Als ik zie hoeveel werk er is en het aantal handjes dat we daarvoor beschikbaar hebben, dan is dat niet meer in verhouding. Heel veel mensen willen tegenwoordig parttime werken. Dan moet ik dat wel aanvullen met mensen van buitenaf.”

Bron: AD.nl